Brutus Wrevel
Hete pomperd, goedgelovig, overbodig.
Uitschot, loeder... afhankelijk van mij
Hoerig, grijpgraag, overspelig wicht
Zelfs als ik naar binnen glij maak je wrevel los in mij
Zelfrespect jou onbekend, ongewenst als een kankercel.
Deerniswekkend, hard genomen, volgespoten.
Pekkig, zielig, leugenachtig: vrouw!
Ben ik dan de enige die het ziet?
De zwakke schepsels die slechts goed zijn voor niks brengen niets dan leed.
Pekkig neukgat, zielig wezen. Weerzinwekkend... dood.
Steeds als ik je torso spies, en mijn frustratie bot vier... Lust: mijn
Enige emotie.
Doelwit verminkt, overmeesterd, bruut vernederd.
Je zal boeten... sterf teef!